We blijken bij het begin van ons gesprek een gezamenlijke goede vriendin te hebben. Truus woonde in Blauwdorp en is vorig jaar, na twee mislukte operaties in ons Academisch Ziekenhuis, overleden. Ze had water in haar kleine hersenen. Na de eerste mislukte operatie zou er voor een tweede poging een voorbereidend gesprek plaatsvinden met de betrokken chirurg. Daar is niets van terecht gekomen. Die chirurg stuurde een jonge vrouwelijke arts in opleiding om het gesprek te voeren. Zij wist op de meeste prangende vragen geen antwoord te geven. De operatie vond toch plaats met als gevolg dat Truus er als een zombie uitkwam. Haar zoon heeft helaas geen klacht ingediend, die had daar de moed en de energie niet meer voor. Wij missen haar. Truus met de zon in haar ziel, de altijd gastvrije, de betrokkene, de vrolijke, die ondanks haar voelbare aanwezigheid nooit de aandacht op zich vestigde. Truus die in haar laatste maanden de aanwezigheid van haar lang overleden ouders en broer dagelijks voelde.
De pastoor groeide op in Groningen en kwam in 1983 naar Limburg en wel als kapelaan in De Heeg. Hij kwam als pastoor in 1990 in Belfort terecht en werd vervolgens in 1992 ook pastoor van de Goudkust en Blauwdorp. Een wel zeer gemengd publiek.
Als zielzorger heeft de pastoor tot taak de missen en diensten in de kerk uit te voeren, waarbij het aantal uitvaarten steeds minder wordt. Waren dat er vroeger zo’n twee tot drie per week, nu zijn het er vaak maar een of twee per maand. De pastoor besteedt grote aandacht aan overleden parochianen. Hij is een uitstekend observator met een poëtische ziel, zo blijkt uit de Sint Theresiaberichten. Hij zegt: ‘Je wilt niet weten hoeveel van de door mij ingezegende huwelijken alweer op de klippen zijn gelopen’.
Als zielzorger voert hij ook individuele gesprekken met gelovigen en ongelovigen die behoefte hebben aan een luisterend oor. In toenemende mate gaat het over mensen die nergens anders meer terecht kunnen, vaak met een psychische stoornis, uitbehandeld, die buiten alle circuits vallen.
Hij heeft Blauwdorp in de loop der tijd zien veranderen. Blauwdorp was in de vijftiger jaren van de vorige eeuw een modelbuurt met arbeiderswoningen, waar gewerkt werd en een grote sociale samenhang heerste. De chansonnier Benny Neyman is er geboren en getogen en gaf een album uit met de titel ‘Trök nao Blouwdörrep’. In de zeventiger jaren veranderde Blauwdorp ingrijpend. Kinderen stegen op de sociale ladder en trokken weg. Hun plaats werd veelal ingenomen door mensen met een uitkering. Blauwdorp is een Vogelaarwijk geworden, een wijk met een gemiddeld jaarinkomen dat de helft minder is dan het nationale. Verslaving en verschuivende relaties komen veelvuldig voor, men kent vanwege de werkloosheid een moeizaam dagritme.
Daarnaast is de St. Theresiaparochie betrokken bij Athos, een organisatie die tot doel heeft het vergroten van de mogelijkheden van deelnemers om duurzaam
in onze samenleving te participeren. Athos runt achter de kerk een sociale werkplaats. De scouting heeft er een onderkomen evenals het Buurttheater Mariaberg er een opslagplaats heeft voor hun kostuums, etc. Jaarlijks wordt er een communiewerkgroep gevormd, maar daar is dit jaar in verband met corona niets van terecht gekomen. Veel mensen uit Blauwdorp laten hun kinderen de communie doen – en besteden daar een fortuin aan – maar komen zelf hoogstens nog met Kerstmis in de kerk.
Op initiatief van de parochie ontstond circa twee jaar geleden ‘de Levende Gemeenschap’ met als doel in deze tijden van secularisering allerlei geledingen weer in contact te brengen met de kerk. In dit verband zijn ook de contacten met het Buurtcentrum en bijvoorbeeld de Voedselbank weer voorzichtig op gang gekomen.
Op mijn vraag of de pastoor iets gemerkt heeft van onrust onder zijn parochianen in verband met de sloop-, renovatie- en herbouwplannen in het kader van de totstandkoming van De Blauwe Loper, is zijn antwoord NEE.