Lola (51) woont al 18 jaar in Blauwdorp en wil er graag blijven wonen. Ze heeft een vast huurcontract met Servatius Thuis en moet per 1 september 2020 een andere woning gevonden hebben. Op korte termijn heeft ze een gesprek met de woningbouwcorporatie over een vervangende, betaalbare woning.
Het huis waarin ze nu met haar twee kinderen woont – ze heeft er vier maar twee zijn al de deur uit – is vochtig en slecht onderhouden. Het stikt er van de muizen die tussen de muren rondwandelen en overal muizenkeutels achterlaten. Ze moet iedere zes maanden de muren in de badkamer verven anders is het niet om aan te zien. Ze heeft een grote tuin waarin ze het laatste jaar, gezien de op handen zijnde verhuizing, weinig gedaan heeft. Ze wil het liefst in Mariaberg blijven en had een goed contact met haar buren die inmiddels bijna allemaal verhuisd zijn, waarvan twee naar Caberg. Hun lege woningen worden nu via Maximus bewoond en beheerd. Ze zoekt een woning van na de Tweede Wereldoorlog in de buurt. Lola is geregeld te vinden in het buurtcentrum en de Buurtbrök.
Lola kwam in 1994 uit Congo naar Nederland en wel naar Delfzijl. Ze had tussen 1999 en 2003 een fulltime betaalde baan als helpende in de zorg via een uitzendbureau. In 2002 verhuisde ze met haar kinderen naar Maastricht, omdat zo de afstand tot haar familie in België en Frankrijk een stuk korter is. Lola spreekt vier talen: haar moedertaal Lingala, Frans, Engels en Nederlands. Haar twee jongste kinderen, die in Maastricht geboren zijn, spreken vloeiend Frans, Nederlands en Mestreechs. Ze moest natuurlijk in Maastricht haar sociale netwerk opnieuw opbouwen en dat is uitstekend gelukt.
In 2003 stopte ze met haar betaalde baan om voor haar kinderen te kunnen zorgen. Nu deze groter zijn, één is 15 en de ander is 17 jaar, is ze op zoek naar een betaalde baan. Ze heeft geen diploma in de zorg maar is wel ervaringsdeskundige en haar hart is vol van werken met ouderen. Ze heeft al geopperd dat ze een éénjarige opleiding zou willen volgen, maar geen enkele organisatie had daar oren naar.
Lola is al drie jaar op zoek naar betaald werk. Leeftijdsdiscriminatie en wellicht ook discriminatie op basis van ras hebben tot nu toe gemaakt dat ze nergens aangenomen is. Ze werkt als vrijwilliger (gastvrouw) in de Lenculenhof. Sinds maart van dit jaar zit ze als gevolg van het corona pandemonium thuis. Ze wordt depressief van dat thuis zitten en hoopt na de verhuizing weer aan de slag te kunnen.
Vrienden vragen wel eens waarom ze niet naar België verhuist, wellicht is het daar gemakkelijker om een betaalde baan te vinden. ‘lk voel me thuis in Maastricht’, zegt Lola. Bovendien heb ik geen zin om weer een nieuw netwerk te moeten opbouwen en met mijn kinderen gaat ’t goed. Het is uiterst jammer dat de meertaligheid die normaal was vóór de Tweede Wereldoorlog in de Limburgse grensregio, nu volkomen verdwenen is en ik mijn talenten op dit gebied niet te gelde kan maken.
Als ik afscheid neem en naar buiten loop, raakt Lola druk in gesprek met een buurvrouw die haar hond aan het uitlaten is. Of ze al een andere woning heeft?