Het begon allemaal 34 jaar geleden toen ik werd geboren op de Ruttensingel nummer 107. Hier heb ik niet lang gewoond want toen ik een paar maanden oud was ben ik verhuisd samen met mijn moeder en 2 broers naar de Proosdijweg nummer 76. Hier heb ik uiteindelijk mijn hele jeugd gewoond, tot aan mijn 22ste. Ik heb hier een erg leuke jeugd gehad. In die tijd waren wij als kinderen nog echt buiten te vinden. Mijn moeder liet mij al op vrij jonge leeftijd mijn gang gaan, natuurlijk wel met enkele regels. Ze wist toch altijd wel waar ik te vinden was. Dat is direct ook één van de belangrijkste plekken voor mij in deze buurt: “het Volksplein“. Het zag er toen der tijd iets anders uit, er stond één groot hek met daarvoor één goal.
Het Volksplein was toen een druk bezochte plek, jongeren variërend van diverse leeftijden waren hier direct na school tot aan de schemering te vinden. Ik persoonlijk kwam hier direct toen ik klaar was van school naar toe, vaak was er toch al iemand op het plein te vinden. Om 17.00 uur was het etenstijd, ik keek op mijn horloge en als het 16.55 uur was rende ik naar huis om op tijd thuis te zijn voor het eten, eenmaal klaar met eten ging ik weer naar het Volksplein! Hier werden vaak leuke partijvormen gespeeld waar we het gehele Volksplein voor gebruikte. Omdat er maar één goal stond maakte we aan de andere kant van het plein een goal met schooltassen of jassen. Doordat er zoveel jeugd op af kwam die je dagelijks zag maakte je ook snel nieuwe vrienden. We waren toen met een bal tevreden en hadden niets anders nodig. Als ik nu langs dit plein loop dan zie ik dat er nog maar sporadisch op gevoetbald wordt. Ze hebben het er ook niet beter op gemaakt door het grote hek met de goal te verwijderen en er 2 mini goals neer te zetten.
Op de Proosdijweg was het leuk wonen, iedereen kende elkaar. Vaak woonden de mensen er ook echt voor een langere tijd, op het stukje Proosdijweg waar ik ben opgegroeid zag je maar zelden dat er mensen gingen verhuizen. In de zomer zaten de mensen allemaal gezellig buiten op straat, vaak tot in de late uurtjes. Het was eigenlijk ook meer dan normaal dat de kinderen vrij laat op straat waren, het voelde veilig en vertrouwd aan.
Bij ons was de zondag altijd standaard “frieten dag” en werden er een frietje en snack bij de frituur op de Poosdijweg gehaald, de frituur is er nog steeds weliswaar nu met andere eigenaren, maar nog steeds is de frituur erg populair onder de bewoners. Wat ook opviel toen der tijd was dat er vele kleine winkeltjes waren in de buurt, deze zijn nu eigenlijk allemaal weg.
Iets wat ook altijd een leuke periode was, waren de voetbaltoernooien van het Nederlands elftal. De straat werd dan helemaal versierd! Op straat bij de mensen voor werd een televisie buiten gezet en zaten de buren samen naar de wedstrijden te kijken onder het genot van een hapje en drankje.
Mijn hele familie woonde eigenlijk ook in de buurt. Ooms en tantes op de Willem Vliegenstraat, Andre Severingweg tot aan het Minister Goeman Borgesiusplantsoen. Mijn opa en oma en nog een oom woonde op de Rozenstraat. Het was vanzelfsprekend dat onze familie dan ook heel veel bij elkaar over de vloer kwam. De familie Chappin was dan ook bij veel mensen een bekende familie.
Ik heb tot aan mijn 22ste op de Proosdijweg gewoond, rond die tijd woonde ik er nog met mijn moeder alleen, mijn broers waren het huis uit. We zijn toen gaan verhuizen naar de Volksbondweg nummer 42. Dit was uit noodzaak omdat mijn moeder een ernstige longziekte had en naar een aangepaste woning moest verhuizen. Dit was een mooi huis, vergeleken met het huis op de Proosdijweg was het huis op de Proosdijweg echt een oud en achterstallig huis. Heel lang heb ik niet op de Volksbondweg gewoond, zo’n 4 jaar. Ik ben toen verhuisd naar de Brouwersweg “de Blauwe veste”, mijn eerste eigen stekkie. Mijn moeder is nog wel blijven wonen op de Volksbondweg, tot aan 2017 toen ze helaas is overleden.
Tot de dag van vandaag woon ik nog steeds in de Blauwe Veste. Het is een mooi complex en het is hier erg fijn wonen. Ik ben één van de eerste bewoners van dit complex. Voorheen waren hier fabriekshallen, de voormalig bierbrouwerij de Zwarte Ruiter en meubelfabriek Artifort waren hier gelegen. In 2008 was dit verbouwd tot een appartementencomplex de Blauwe Veste. De fabriekshallen hebben een aantal jaren leeg gestaan, het is grappig dat ik er nu woon omdat ik altijd gezegd heb waarom maken ze van die fabriekshallen geen mooi appartementencomplex.
Voor mij persoonlijk betekend Blauwdorp dus heel veel in mijn leven. Mede door de komst van de Blauwe Loper gaat een stukje historie van de buurt verloren. Een groot aantal woningen wordt gesloopt, waaronder dus het huis waar ik ben geboren en het huis waar ik het grootste deel van mijn leven heb gewoond. Vandaar dat ik ook met het initiatief ben begonnen om dit platform, deze site, te ontwerpen. Ik hoop dat ik de nodige verhalen en fotomateriaal van buurtbewoners kan toevoegen zodat er een mooi beeld kan worden gegeven over de historie en het heden van deze buurt.