Veel is verdwenen in deze buurt in Maastricht: de Tettenbar, de slager en de lingeriezaak en op straat zie je bijna niemand meer

Vrijwilligers bij de Voedselbank aan het Fatimaplein in de Maastrichtse wijk Mariaberg.

Energiearmoede. Lage inkomens. Voedselbank. Winkels weg. Cafés dicht. Omgekeerde vlaggen en wantrouwen tegenover de gemeente, de politiek en de mainstream media. Alle kloven vind je terug in de Maastrichtse buurt Blauwdorp. Waar Benny Neyman geboren werd. Waar velen terugverlangen naar de sociale cohesie van weleer. En sommigen naar Pim.

Cor is een batje, Blauwdorps voor een onverschrokken doorzetter. Dat zie je aan zijn ogen. Fel, spottend, zijn opponent inschattend. Cor van Loo werd in 1953 geboren op de Proosdijweg. De legendarische Tettenbar, vernoemd naar de riante voorgevel van de bardame, is er niet meer. De lingeriezaak is weg. De bakker, de slager, alle winkels weg. Alleen de frituur is er nog. En aan de overkant de Hacienda Bar. Daar werd vroeger veel geknokt. Vaak ging het over vrouwen.

Het was de tijd van boterham met speculaas, kokosbrood, gestampte muisjes, cacaoboter, Buisman Aroma, peperkoek, stöpranden (stoeprandje gooien), kolenkachels, snoepjes voor 3 cent in de sigarettenwinkel, de katteknieper (knijpkat) voor in het donker en Brasso zilverpoets, om het interieur te laten blinken en schitteren.

Journalistiek project De Kloof

Zijn we het in deze tijd nog überhaupt ergens over eens? En, als het antwoord ontkennend is, wat betekent dit dan voor onze Limburgse samenleving? Onder de naam De Kloof verkent De Limburger het door tegenstrijdigheden verdeelde landschap. Het journalistieke project brengt ons bij Limburgers van alle rangen en standen, mensen die aan de knoppen zitten en zij die dat zouden willen, (ervarings)deskundigen en analytici.

Dit is Blauwdorp. Blauw, omdat de katholieke bouwvereniging Sint Servatius als onderscheid met de socialisten blauwe dakpannen liet aanbrengen. Dorp, omdat een Maastrichtenaar alles wat buiten het centrum lag als dorp betitelde.

De vader van Cor was sergeant-majoor bij de mariniers. Deed nog mee aan de politionele acties in Nederlands-Indië. Pap, gesierd met martiale puntsnor, was een harde man. Het opkomen voor jezelf werd er figuurlijk en letterlijk bij Cor ingetimmerd. Zoals bij meer buurtgenootjes. Cor zat op de jongensschool aan de Hertogsingel. Er was veel armoede, begin jaren zestig. Geen telefoon. Geen tv. Geen douche, je ging in de zinken teil. De kerk werd verplicht bezocht.

Cor van Loo voor zijn geboortehuis in Blauwdorp.

Dansavonden

Waar de kerk voor jongens als Cor wel goed voor was, dat was voor de dansavonden. Die vonden plaats in de Schravelelook, een kelderruimte onder de kerk, waar gedanst werd onder toezicht van drie of vier ouders. Wilde je verder gaan dan een dansje, dan was daar de Goudkust, een groot stuk weiland achter de Kweekschool dat toen helemaal doorliep tot aan Kanne. Cor hielp al vanaf zijn tiende af en toe mee in de kaaszaak van een oom. Hij kreeg er wekelijks 25 gulden voor, plus gratis één liter volle melk en een stuk kaas. In die zaak kwamen veel Belgen. Het was de tijd van de smokkel. De Belgen kwamen binnen, gekleed in grote jassen waarin zakken genaaid waren. In die zakken smokkelden ze zuivel en koffie. Die waren aan de andere kant van de grens veel duurder. Ze deden dat ook op snikhete dagen. Dan zag kleine Cor hoe er wel eens gesmolten boter langs de benen van de Belgische dames droop.

Iedere jongen had een buikschuiver. Zündapp of Kreidler. Opgevoerd. En soms gepikt. Elke wijk in Maastricht had een jeugdbende. Die in Blauwdorp heette De bende vaan Blauwdörp. Regelmatig werden er ‘kloprondes’ gemaakt. Als Cor in een gevecht zich aan de strijd had onttrokken, dan beval zijn vader hem om terug te gaan. Dan moest hij alsnog klappen uitdelen. Weglopen, dat deed je niet in Blauwdorp. Cor ging uiteindelijk wel weg uit Blauwdorp, om een maatschappelijke carrière op te bouwen. Van de jongens van De bende vaan Blauwdörp die in Blauwdorp bleven, begaven sommigen zich later in de misdaad.

Cor ontwikkelde zich van leerling-kok tot eigenaar van verschillende restaurants. Je kunt zeggen: hij is Blauwdorp ontgroeid. Maar Cor, die tegenwoordig in de wijk Malpertuis woont, komt nog vrijwel elke dag in zijn oude dorp. Bijvoorbeeld om oudere mensen die niet met een computer overweg kunnen te helpen. Of hij helpt uit bij de Voedselbank.

Pim Fortuyn

Blauwdorp was een echte arbeidersbuurt. Iedereen ging naar de kerk. Maar er werd links gestemd, zegt Cor. Want daar was het meeste te halen. Die deden het meeste voor de arbeidersklasse. Toen nog wel. Later schoof het in Blauwdorp steeds meer op naar rechts. Den Haag is altijd ver weg geweest. Die onvrede van toen en ook van nu kwam voort uit het binnenhalen van nieuwe Nederlanders, vindt Cor. Blauwdorpers hadden met de Italianen geen last. Met de Chinezen niet. En ook niet met de Indo’s, waarmee zijn vader samen in de Oost stond. Dat waren ‘hun’ mensen. Die werkten gewoon en namen genoegen met baantjes die Nederlanders niet meer wilden. Met de nieuwe Nederlanders klikte het minder. Cor was jarenlang VVD’er. En toen kwam Pim Fortuyn. Hij had het hart op de tong. Hij was welbespraakt. Hij was professor. Hij werd gereden door een chauffeur, maar hij sprak wel de taal van de mensen. Cor was meteen hartstochtelijk fan.

Buurtcentrum de Buurtbrök.

Sjef (75) bleef wel achter in Blauwdorp. Hij is vaste klant in de Buurtbrök, een buurtcentrum aan de Proosdijweg. De Brök (brug) was ooit een winkel. Nu zitten er twaalf zestigplussers aan de lange tafel. Er wordt veelvuldig geschaterlacht. Het is net een huiskamer en dat is ook precies de bedoeling. Een hangplek voor oudere mensen. Vrijwel allemaal grijze haren en één vrouw met donkere huidskleur. Ons kent ons. Op de woensdag zijn er activiteiten. Op de donderdag is er kienen. Daar wordt nogal eens gefoeteld, zegt men.

Nu, op maandag, is er altijd een maaltijd. Kost 3 euro. Deze keer schaft de pot andijviestamppot met worst, door een groepje vrijwilligers bereid. Sjef, in lichtblauwe trui, zit smakelijk te prakken. Hij is geboren en getogen in Blauwdörrep, zoals hij het noemt, om de hoek bij Cor. Sjef werkte zeventien jaar als stoffeerder in de schouwburg. Totdat hij een ongeluk kreeg. Hij knalde met zijn brommer tegen een auto. Been kapot. Twintig jaar later weer een ongeluk. Knie kapot. Nu heeft hij van heup tot enkel ‘inwendig ijzer’. Sjef kan weer lopen. Hij is nooit getrouwd geweest. Liever vrijgezel dan de slaaf van een vrouw, is zijn motto. Knipoog. Sjef groeide op in een gezin met acht kinderen. Velen werkten in de tabaksfabriek Philips aan de Tongerseweg 57. Daar rolden ze duizenden sigaren per dag. Per persoon. En met de hand. Iedereen kwam iedereen tegen, bij de bakker, bij de slager, bij de groenteboer, in de kroegen.

Buitenlanders

De Buurtbrökers praten vol weemoed over wat er niet meer is. Op straat zie je bijna niemand meer, ziet Sjef. Ze zitten de hele dag achter de tv of te zappen. Zelfs kinderen zie je amper op straat. Je kunt af en toe wel een kanon afschieten in Blauwdorp en dan raak je nog niemand. Sjef hoopt niet dat ze van Blauwdorp een ‘buitenlanderswijk’ gaan maken. Hij heeft niets tegen buitenlanders. Maar Blauwdorp moet Blauwdorp blijven. En dan bedoelt hij: met ‘echte’ Maastrichtenaren.

Tafelgenoot Mia (82) knikt. De mensen hier zijn gezellig, benadrukt ze. In ieder geval die in de Brök. Maar het is geen overall beeld. Vroeger had je geen tv. Dan zat je ’s avonds allemaal gezellig aan één tafel en werd er één grote pot eten gekookt. Wat heeft de welvaart ze eigenlijk opgeleverd? Vroeger had je één soort ham. Nu heb je wel twintig soorten. Vroeger had je één goeie kamer. Daar zat je ’s avonds of op feestdagen. De rest van de tijd zat je in de keuken. Spelletjes spelen. Bordspelletjes. Heb je niet meer. Groot gemis, vindt Mia. Er waren straatfeesten. Hapjes en biertjes. Iedereen wist alles van elkaar. Lief en leed werd gedeeld. Had iemand een ongeluk gehad, dan kwam de hele straat langs. Nu zitten de deuren dicht. Je ziet zelfs je bovenburen niet.

In de jaren zeventig veranderde Blauwdorp ingrijpend. Kinderen stegen op de sociale ladder en trokken weg, zoals Cor. Voor het eerst dalen nu de kinderen uit Blauwdorp ten opzichte van hun ouders op de sociale ladder. De Voedselbank op het Fatimaplein krijgt het steeds drukker. Er is veel armoede in de buurt, constateren de Buurtbrökers. Maar de mensen durven daar niet voor uit te komen. Vaak brengen de vrijwilligers van de Buurtbrök dan maar brood naar de mensen, die het zelf niet durven te vragen.

Blauwdorp is onderdeel van de wijk Mariaberg. Mariaberg ligt in Maastricht-West en bestaat uit drie delen: Blauwdorp, het eigenlijke Mariaberg en Trichterveld, ook wel de ‘witte huisjes’ genoemd. Petra Debets is opbouwwerker. De wijk wordt formeel aangeduid als één gebied. „Maar voor veel bewoners voelt het als een ander stukje. Bewoners van Blauwdorp zeggen: wij zijn van Blauwdórp. Bij Trichterveld hetzelfde: wij zijn van Trichterveld. Ik denk dat het komt omdat Mariaberg van oudsher geen positieve naam had. Je ziet in advertenties voor huizenverkoop ook nooit de naam Mariaberg verschijnen.”

Op straat in Blauwdorp.

Het gevoel dat je samen Blauwdorpers bent, van de wieg tot het graf, lijkt weg in dit stadsdeel, denkt ook Debets. „Mensen hier hebben het er vooral over dat ze het contact met elkaar kwijt zijn. Waar hoor ik nog bij? Winkels zijn verdwenen. Iedereen gaat naar winkelcentrum de Brusselse Poort. Veel voorzieningen zijn weg. Zoek maar eens een brievenbus. Veel cafés zijn dicht.”

De Blauwe Loper

De gemeente probeert op dat gemis aan leefbaarheid in te spelen. Met het nieuwbouwproject De Blauwe Loper bijvoorbeeld. „Maar veel dingen kun je niet meer zo regelen zoals dat vroeger kon”, stelt Debets vast. „Daardoor wordt de hang naar vroeger steeds sterker. Mensen hebben steeds meer het gevoel dat ze niet meer bij machte zijn om zelf hun leven te regelen. Alles wordt voor hen bepaald. Er komen steeds weer nieuwe mensen waar ze rekening mee moeten houden bij. Maar niemand denkt aan hen. Niemand heeft meer oog voor hun zorgen. Er zijn heel veel politieke partijen. Dan gaan ze ergens achter staan, maar dat wat ze willen hebben krijgen ze vanwege die versnippering uiteindelijk nooit. Altijd weer die teleurstelling. Heeft het dan nog wel zin om ergens op te stemmen of om je ergens druk over te maken? Het zijn toch altijd ‘anderen’ – de ‘elite’, de overheid – die het voor jou bepalen. En die doet het alleen maar goed voor zichzelf. De kloof tussen de overheid en de burgers hier is heel groot. In ieder geval ervaren ze dat zo.”

De kloof is er sowieso in economisch opzicht. Het gemiddelde bruto jaarinkomen in Mariaberg bedraagt 19.900 euro. In het aanpalende Sint-Pieter is dat 51.900 euro. „Mensen, die al rijker zijn dan zij, wonen in een eigen huis. Zij hebben de middelen om zonnepanelen op hun dak te leggen. Kunnen door middel van die zonnepanelen veel meer besparen op hun kosten. En krijgen daar ook nog eens financiële ondersteuning voor. Mensen die dat geld niet hebben kunnen ook niet besparen. Mensen die het vermogen hebben om een elektrische auto aan te schaffen krijgen er ook nog eens een heleboel subsidie bij. De kloof wordt daardoor steeds groter. Vroeger loste de overheid het voor je op. Nu laat de overheid je in de steek. Dat gevoel is vele malen sterker geworden in Mariaberg. De coronatijd heeft dat gevoel verder versterkt. Er waren hier behoorlijk wat mensen die tegen vaccinatie waren.”

Bij de raadsverkiezingen van vorig jaar maart werd Partij Veilig Maastricht in Mariaberg de grootste partij. Debets omschrijft die partij als PVV Light. „Veel mensen in Mariaberg praten nog steeds vol weemoed over Fortuyn”, weet Debets. „Die had het hier fantastisch gedaan, zeggen ze dan.”

Veel boosheid

Blauwdorp kolkt, van tijd tot tijd. In hartje Blauwdorp, aan de Gildenweg, werd Gino geboren, het jongetje dat op gruwelijke wijze misbruikt en vermoord werd. Het effect van dit drama is enorm, stelt Debets. „Mensen met kinderen voelen zich er heel kwetsbaar onder. De verbinding zit in het verdriet. Er is ook veel boosheid. Boos op alles wat hen dwarszit. Boos op de moordenaar van Gino. Boos op het systeem, dat dit kan gebeuren, dat de overheid niet zorgt voor veiligheid. Boos omdat de media daarin ook een rol in spelen, nalaten dingen te vertellen of soms te veel vertellen, over de dood van Gino.” Iedereen kan het zien en voelen. Sommige bewoners van de Gildenweg tonen openlijk omgekeerde vlaggen.

Het huis waar wijlen Gino’s moeder woonde.

Januari 2023. Het huis van Gino’s moeder Lilian staat leeg. Lilian stierf een natuurlijke dood, een paar maanden na de moord op haar zoontje. Buiten herinnert nog van alles aan het dubbele drama. De bloemen en de meeste lantaarns zijn weg. Maar op de voordeur en de ramen prijken nog tekeningen en het portret van Gino, onbekommerd lachend. Op de voordeur is een portret van Lilian opgehangen. Daarnaast hangt een gedicht van buurtbewoner René, waarin hij zich rechtstreeks tot Lilian wendt en haar geruststelt: ‘Het gaat goed met jouw kinderen’. Hij doelt op haar twee achtergebleven dochters. Het drama heeft een krater geslagen in de gemoedsrust aan de Gildenweg. Bij Ger en Stefanie bijvoorbeeld. Twee dagen voor haar dood was Lilian nog bij ze over de vloer geweest. Gino speelde regelmatig met hun zoontje Angelo op straat. Wat moet je er verder nog over zeggen? Ger, in azuurblauw trainingspak van Adidas, wil niet meer met de krant praten. Hij kan het niet opbrengen.

Zanger Benny Neyman, geboren en getogen in Blauwdorp, had het er al over in zijn lied Trök nao Blouwdörrep: nostalgie is een positief verlangen naar een verloren tijd. Mik Hamers, sociologe en schrijfster, schreef een boek over Blauwdorp.

Hamers woont er sinds vijf jaar. De solidariteit in deze wijk is sterk, weet ze. „Toen er voor mijn deur een boom omviel, snelden meteen de buren toe. Buren helpen elkaar met van alles. Er is hier veel armoede. Brood wordt hier dagelijks uitgedeeld en ook dierenvoedsel en maandverband. Mensen komen niet openlijk voor de armoede uit. Het zit achter de voordeur. Onderling hebben ze het erover, maar niet tegenover de buitenwereld. Dan wordt er een muurtje opgetrokken. Je bent één van ons of niet. Er is veel sociale cohesie. Ook ten aanzien van mensen uit andere culturen. Dat is ook een kenmerk van de oude arbeiderswijk. Iedereen is gelijk. Er is weinig tot geen discriminatie, in tegenstelling tot andere wijken in Maastricht.” Dat is, ontegenzeggelijk, de positieve kant van Blauwdorp.

Misdaadcijfers

De rauwe emoties blijven. In Mariaberg en met name Blauwdorp zijn emoties vaak als granaten, die ontploffen. Kijk maar op de nieuwssites, wat er in de afgelopen maanden in Mariaberg gebeurd is. ‘Verdachte fightclub voorlopig op vrije voeten’. ‘Donny M. bekent doden en ontvoeren Gino’. ‘17 jaar cel voor de moordenaars van Soufian Lahnstein uit Mariaberg’. ‘Politie onderzoekt melding schietpartij Gildenweg’. ‘Minderjarige opgepakt voor gewelddadige beroving’. ‘Man meerdere malen gestoken’. De misdaadcijfers van Mariaberg zijn niet hoger dan in alle andere buurten van Maastricht. Maar als er iets in Mariaberg en met name Blauwdorp gebeurt, lijkt het meteen te exploderen.

Omgekeerde Nederlandse vlag aan een huis in Blauwdorp.

Het wantrouwen blijft. En groeit nog. In Mariaberg zijn overheid, politici en journalisten in veel straten niet langer welkom. Met name in Blauwdorp. Wie er als journalist rondloopt komt voor sommige bewoners het slechte nieuws benadrukken en uitvergroten. Ik sta te kijken bij een pand waar een omgekeerde vlag uit het slaapkamerraam hangt, vlakbij de woning van Lilian. Een bleke jongen, zwarte kleding en zwart petje, spreekt mij aan. Wie ben ik en wat kom ik doen? Als dat uitgelegd is, verschiet hij van kleur. „Jullie zijn een stuk stront. Jullie schrijven de waarheid niet. Jullie willen dat de moordenaar van Gino vrijkomt.” Verderop woont een vrouw die achter het voorraam een omgekeerde vlag heeft geplaatst. Daarnaast hangt een bordje met de tekst: ich bin een echte Mestreechteneer. Ze wil er niet over praten. „Waar waren jullie, van de media, toen wij in gele hesjes aan het protesteren waren?”

Naast schaamte en onbehagen is er toch ook nog trots. Cor schaamde zich jarenlang voor waar hij vandaan kwam. Maar als hij kijkt naar zijn vrienden uit die tijd, dan hebben ze het allemaal goed gedaan. Ze waren batjes. Batjes met een hart en erecodes. Die heb je nu niet meer. Cor was voorzitter van de LPF Limburg. Pim werd vermoord. En Cor stapte uit de LPF toen het barstte van de fraude in de partij. Hij mist Pim. Nog elke dag. Minimaal één keer.

Bron: De Limburger (februari 2023)
Tekst: Paul van Gageldonk
Foto’s: Roger Dohmen