Katholieke Jongensschool Blauwdorp

Deze school werd door de Sint Lambertusparochie gebouwd in 1929 naar een ontwerp van architect A.H.J. Swinkels uit Helmond.

Brouwerij De Zwarte Ruiter, Brouwersweg

Opgericht door Johannes Henricus Rutten, zoon uit de brouwersfamilie Rutten, die sinds de 18e eeuw toonaangevende bierbrouwers waren. Johannes Henricus was naast bierbrouwer ook brander en fabrikant van behangselpapier en hij was jarenlang voorzitter van de plaatselijke Kamer van Koophandel. Hij verhuisde de eerder aan de Gubbelstraat gevestigde brouwerij naar de Brusselse Poort.
Vier van zijn zonen stichtten de eerste moderne grootbrouwerij onder de naam: J.H.Rutten’s Bierbrouwerij De Zwarte Ruiter N.V. De vijfde zoon, Jean Rutten-Smeets, werd brouwer in Lanaken en nadien firmant van de brouwerij E.Smeets te Gulpen (de huidige Gulpener bierbrouwerij). De Zwarte Ruiter was een zogenoemde Beierse brouwerij, welke de toen nieuwe en alhier nog onbekende biersoorten Münehener- en Pilsener bier brouwde volgens de methode van ondergisting. Het bier werd aanvankelijk gelagerd in de Sint Pietersberg, maar al snel werd overgeschakeld op kunstmatige koeling. Tot de Eerste Wereldoorlog werd een sterke expansiepolitiek gevoerd: overal in het land verschenen de toen befaamde Maastrichtse Bierhuizen met hun originele ambiance. Met een jaarproductie van 23.000 hectoliter overtrof de brouwerij in omvang alle andere lokale brouwerijen.
Door de invloed van de oorlog geraakte het bedrijf in financiële problemen en werd het, geveld door de hoge schuldenlast in 1923 overgedaan aan Heineken. Onder de naam ‘Sint Servatius’ werden er alleen nog speciale biersoorten gebrouwen. Aanvankelijk werd er ook nog gebotteld, totdat Heineken in 1930 zelf een bottelarij in gebruik nam.

Sint Lambertuskerk

In 1910 is de parochie door monseigneur J.H. Drehmans in het leven geroepen als deel van de moederkerk Sint Servaas. De architect J.H.H. Groenendaal uit Den Bosch maakte het ontwerp in de vorm van een byzantijns kruis. De buitenmuur van de kerk is van Kunrader steen, de binnenwanden zijn opgetrokken uit mergel. Omdat de begroting van 102.000 gulden voor het kerkbestuur te hoog was, zijn de twee torens later gebouwd.
De Sint Lambertuskerk was de eerste kerk die, tijdens de Eerste Wereldoorlog, buiten de stadswallen werd gebouwd. Omdat in deze periode de bouwmaterialen schaars waren werd onder meer gebruik gemaakt van hardstenen onderdelen van de gesloopte vestingresten – de traptreden bij de entrees zijn nog als zodanig te herkennen.
De toegangsdeuren zijn gemaakt van tropisch hardhout dat afkomstig is van een noodbrug die de Duitsers bij Visé over de Maas hadden gelegd. Men liet het hout de Maas afdrijven
en het werd bij Sint Pieter opgevist waar volgens de overlevering het lijk van de in Luik doodgemartelde Sint Lambertus zou zijn aangespoeld.
De eerste steen werd op 3 mei 1914 door Monseigneur Menten gelegd. Deze stadsdeken deed ook de in gebruikstelling Van de ‘hulpkerk’. In 1924 goot de firma Eijstbouts uit Asten de drie klokken. Leo Linssen, de ‘kunstpaus van Limburg’, liet Wim van Hoorn in 1938 de twaalf beelden die de ingang opsieren uit Franse Balzacsteen uitkappen.
De tijd van schaarste wreekt zich snel: al in 1930 werd opgemerkt dat de kerk op instorten stond. In 1976 moet de Sint Lambertuskerk voor twee jaar gesloten worden: de fundamenten waren zo ver verzakt dat de gewelven rond de hoofdkoepel gingen scheuren.
Na een opknapbeurt wordt op 15 april 1978 vanuit de Sint Servaaskerk het borstbeeld van sint Lambertus naar de eigen kerk teruggedragen. Sint Lambertus is overigens de enige Maastrichtenaar die ooit heilig is verklaard en aan wie de kerk bij de consecratie in september 1929 door Monseigneur L. Schrijnen officieel is toegewijd.

Paleis van Justitie (voormalig ziekenhuis Sint Annadal)

Het Convent van Sint Annendael werd in 1441 gesticht in de Sint Jacobstraat 8 . Dit gebouw werd in 1531 zwaar beschadigd bij de onlusten rond de afscheiding van Maastricht van het Duitse Rijk, wat uiteindelijk leidde tot toevoeging van de stad aan het Hertogdom Brabant.
In 1670 waren er nog maar zes nonnen over, die tezamen onvoldoende inkomsten konden genereren om hun convent in stand te houden – het klooster werd overgedaan aan het R.K. Weeshuis. De zusters kregen toestemming om hun intrek te nemen in het voormalig klooster Calvariënberg op voorwaarde dat zij zich samen met de daar toen gevestigde zusters van Hoesselt aan de verzorging van zieken zouden wijden. In 1950 werd het nieuw gebouwde ziekenhuis ter ere van de zusters tot Sint Annadal gedoopt en in gebruik genomen.

Onbevlekt Hart van Maria / Fatimaplein

In mei 1948 ontving kapelaan E. Tilmans van de Onze Lieve Vrouweparochie te Maastricht zijn benoeming tot bouwpastoor van de wijk Mariaberg. De keuze voor een Maria patrocium lag voor de hand aangezien Tilmans nauw betrokken was geweest bij het Mariacongres dat in 1937 in Maastricht gehouden was.
Op 2 december 1948 berichtte Tilmans het bisdom dat hij er zijn kerkbestuur diverse kerken bezichtigd hadden en dat architect Boosten uitverkoren was om het ontwerp van de kerk in Mariaberg te maken. Het bisdom ging hier per omgaande mee akkoord.
Er werd uitgegaan van een parochie van 5000 zielen, wat overeenkomt met 800 zitplaatsen. Boosten ontwierp een grootse kruisbasiliek die gedomineerd werd door een zware koortoren en een westbouw met twee torentjes.
Financieel was het ontwerp moeilijk haalbaar. Daar stond tegenover dat er een prachtige kerk zou verrijzen, die een hommage was aan de voortijdig overleden bouwmeester Boosten. Op 13 juni 1951 deelde bureau Boosten aannemer Coppes mede dat hij, na bezuiniging, het werk mocht uitvoeren. Op 25 augustus van datzelfde jaar stortte bouwpastoor Tilmans het eerste beton voor de nieuwe kerk. De officiële eerste steenlegging volgde op 18 november.
Onder leiding van ingenieur Witteveen verliepen de werkzaamheden voorspoedig. Omdat de kerk op een helling was geprojecteerd, was het relatief eenvoudig om onder de koorparij een crypte te bouwen. Dit was door wijlen bouwmeester Boosten reeds voorzien.
Ter gelegenheid van de inzegening werd op 1 november 1953 het mirakelbeeld van Onze Lieve Vrouwe Sterre der Zee in processie door Monseigneur Lemmens tijdelijk naar de Fatimakerk overgebracht. De voor de ingebruikname benodigde stoeltjes waren door de parochianen voor twee gulden veertig per stuk gekocht uit de inboedel van de Sint Josephkerk. In 1964 werden de vloeren belegd met Noorse kwartsiettegels.
Ondanks inspanningen van pastoor Tilmans en zijn kerkbestuur werd de kerk niet voltooid. De reden school onder andere in het feit dat de omliggende woningen erg klein waren en jonge gezinnen snel verhuisden – al in een vroeg stadium had de parochie te maken met vergrijzing. De onvoltooide kerk kreeg vanwege de stompe toren in de volksmond de benaming ‘de gaasketel’.

Juvenaat / Tongerseweg 135

Waar nu het Maastrichtse Bonnefantencollege huist, was vroeger de kweekschool voor broeders-onderwijzers. De bouw hiervan had plaats van 1907 tot 1909. Dit klooster is in neorenaissance stijl in opdracht van de Broeders der Onbevlekte Ontvangenis gebouwd naar een ontwerp van architect L. Faber uit Scheveningen. Het gebouw is feitelijk een copie van het klooster van genoemde broeders, dat ligt tussen de Brusselsestraat en Hoog Frankrijk.
Het Juvenaat was zelfvoorzienend – het beschikte ondermeer over een watertoren en een electriciteitscentrale en centrale verwarming. In 1923 werd in de kapel een orgel geplaatst.
De boven de oude hoofdingang prijkende beelden van Sint Vincentius (patroon van het huis) en Sint Aloysius (patroon van de studerende jeugd) zijn in 1913 geplaatst en zijn een geschenk van de heer en mevrouw Faber-Vierling is. De kweekschool had acht klassen met in totaal maximaal 194 leerlingen.
De rechterzij gevel kreeg in 1936-1937 een uitbreiding met een vakschool naar een ontwerp van architect Alphons Boosten uit Maastricht. Het ontwerp van de vakschool vertoont elementen van het Functionalisme.
Het voormalige klooster bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een culturele, geestelijke en typologische ontwikkeling. Het pand bezit architectuur-historische waarden wegens het bijzondere belang voor de bovenregionale geschiedenis van de architectuur, als voorbeeld van het oeuvre van de architect Faber wegens de ornamentiek en de bijzondere samenhang tussen exterieur en delen van het interieur.
Ensemble waar de ontleent het kloostergebouw aan de situering langs de Tongerseweg – het is daarmee van bijzondere betekenis voor de uitbreiding van de stad richting Belgische grens. Tevens is het kloostergebouw van bijzondere betekenis voor het aanzien van dit deel van Maastricht. Het is van algemeen belang wegens de architectonische gaafheid van het exterieur en een deel van het interieur, alsmede de hoogwaardige architectonische kwaliteit van het hoofdgebouw, kloosterkapel, watertoren en juvenaat. Het object is tenslotte van belang wegens de architectuurhistorische en typologische zeldzaamheid.

Theresiakerk / Tongerseweg

Een publiek aanbesteding ter waarde van ƒ188.768,= was op 12-08-1933 aan aannemer Van Alphen toegekend voor de bouw van een noodkerk die moest dienen als opvang van de ‘surplus’ van de Lambertusparochie. Dit werd uiteindelijk de Sint Theresiakerk aan de Tongerseweg. De kerk is geheel opgetrokken uit Kunrader steen en om deze te bouwen is minder uitgegeven dan wat vandaag de dag een bungalow in de aangrenzende wijk Campagne kost.
Op 19 augustus 1933 ging de eerste spade de grond in – de inzegening had in 1934 plaats tijdens het feest van Sint Theresa op 19 augustus. Bouwpastoor H. Ramaekers werd op 6 oktober van datzelfde jaar officieel geïnstalleerd.

Sigarenfabriek Philips

Aan de Tongerseweg werd een voor die tijd moderne sigarenfabriek geopend – deze fabriek was eerder (vanaf 1987) in de Wolfstraat gevestigd. Het gebouw is opgetrokken in ArtDecostijl naar het ontwerp van architect J. London en in 1921 officieel in gebruik genomen. Vandaag is het een industrieel monument. Als belangrijk wordt hierbij ook gezien de samenhang tussen het hoofdgebouw met de fabrieksschoorsteen, het ketelhuis en de bebouwing aan de hoek van de Tongersweg met het Cannerplein: een wagenhuis met twee bovenwoningen.
Ten tijde van de oprichting was dit het grootste gemengde bedrijf in Nederland. De opzet van de fabriek was modern voor die tijd: de ruime extra ruime werkzalen waren voorzien van automatische luchtverversers.
Het complex doet nu dienst als onderkomen voor verschillende bedrijven, zoals een supermarkt, een confectieatelier en een kringloopwinkel. Maar jarenlang werden hier sigaren, sigaretten en de ooit landelijk bekende pruimtabak “Maastrichtse B” geproduceerd.
Het magnifieke uitzicht vanaf de achterzijde over de Jekervallei is met de naoorlogse stadsuitbreidingen verloren gegaan.