Blauwdorp

Kort na 1905 werd begonnen met de bouw van woningen aan de westkant van Maastricht op weidegronden die de oorspronkelijke verdedigingswallen afdekten. Deze woningen zijn ontworpen door stadsarchitect W.J. Brenders a Brandis en zijn een stijlverwant van de Amsterdamse school. De nieuwe buurt werd Blauw Dorp genoemd. ‘Blauw’ omdat de katholieke bouwvereniging Sint Servatius ermee van start ging, die voor het onderscheid van de socialisten blauwe dakpannen liet aanbrengen. ‘Dorp’ omdat een Maastrichtenaar alles wat buiten de stad ligt als dorp betitelt. De eerste woningen waren gelegen aan de Proosdijweg. Deze woningen werden na een strenge selectie door onder andere het kerkbestuur toegewezen aan ‘brave’ katholieke arbeidersgezinnen.

In 1917 volgde de socialistische woningcoöperatie Beter Wonen dit voorbeeld. De woningen aan het Minister Goeman Borgesiusplantsoen werden door hen als eerste gebouwd. Op hun beurt maakte Beter Wonen gebruik van rode dakpannen. Het onderscheid werd ook doorgetrokken in het later ontstane verenigingsleven. Een voorbeeld hiervan is de Rooms Katholieke Voetbal Vereniging Lambertus (R.K.V.V.L.) en haar tegenhanger, het meer neutrale Standaard. De spelers van R.K.V.V.L. droegen blauwe broeken en witte shirts, terwijl de spelers van Standaard deze kleuren net andersom droegen: witte broeken en blauwe shirts. Bovendien werd in een later stadium de buurt verdeeld over de parochies Sint Lambertus en de Heilige Theresia, hetgeen de samenhang in de buurt, voor zover die er al was, al helemaal niet ten goede kwam.

Door de stadsvernieuwing in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw hebben Blauwdorp en een gedeelte van Proosdijveld een metamorfose ondergaan. Dat die niet geheel naar wens van de woningcorporaties verlopen is, komt doordat zij gedwongen waren rekening te houden met de wensen van de bewoners, die vertegenwoordigd werden door een zelf gekozen stuurgroep. Hoewel uiteindelijk delen van de wijk zijn gesloopt, werd grote gedeelten de sloophamer bespaard. De figuur ‘Bèrke’, waarvan een standbeeldje op het Volksplein staat, is in deze tijd tot leven gekomen. Het is een denkbeeldige figuur die op ludieke wijze verslag uitbracht over de stadsvernieuwing in het maandelijkse informatieblad.

Proosdijveld

Het gedeelte van de buurt dat met de naam Proosdijveld aangeduid wordt, ligt ten westen van de Ruttensingel en is ontstaan tussen 1930 en 1947. In 1935 nam de katholieke woningcorporatie Sint Mathias de bouw van een complex woningen voor haar rekening. De tuindorpachtige aanleg van dit gebied met diverse pleinen, een ruim bomenbestand en groenzones aan de buitenzijden van de wijk, geeft ook dit gedeelte van de buurt een geheel eigen karakter. Door de tweede wereldoorlog werd de afbouw van dit complex voortijdig afgebroken. In het naoorlogse wederopbouwprogramma werden door Sint Mathias nog twee verspreid liggende complexen gebouwd. Een hiervan is de enige hoogbouw in de wijk, namelijk de flatgebouwen rond het Fatimaplein.

Na de oorlog werd de parochie ‘Onbevlekt Hart van Maria’ gesticht, waardoor versnippering van de buurt in de hand werd gewerkt. Hiervan is in de huidige tijd niets meer terug te vinden en de sociale cohesie ligt op een hoog peil, wat de leefbaarheid van de wijk vergroot. In de jaren ’80 zijn veel woningen gerenoveerd. Centraal gelegen in dit gedeelte van de wijk ligt in de Anjelierenstraat het Buurtcentrum van Mariaberg.

Trichterveld

Het gedeelte van de buurt met de naam Trichterveld is gebouwd direct na de tweede wereldoorlog. Er heerste in die tijd een groot gebrek aan woningen. Het toenmalige departement van Wederopbouw en Huisvesting had daarom een nieuw type noodwoning ontwikkeld, de zogenoemde bungalow. Op 1 mei 1947 kreeg de gemeente Maastricht de opdracht om tweehonderd van deze woningen te bouwen. De gemeente gaf twaalf architecten de opdracht om een proefwoning te bouwen van dit type. Het stadsbestuur gaf de voorkeur aan het ontwerp van Frans Dingemans, stadsarchitect van de gemeente Maastricht. Van dit type zijn er meer dan tweehonderd gebouwd in diverse variaties. De meeste van de eerste bewoners waren gemeentelijke ambtenaren, waarvan er nog enkelen in de wijk wonen. De buurt was en is nog steeds zeer gewild bij de inwoners van Maastricht. Redenen hiervoor zijn de grote mate van privacy die de twee-onder-één-kap huisjes bieden, de verhoudings­gewijs zeer grote tuinen en het vele openbaar groen.

De in de jaren ’70 van de vorige eeuw aangekondigde sloop bracht grote beroering onder de inwoners. Door hevig verzet en acties zag de gemeente af van de sloop. De huidige bezitter, woningstichting Maasvallei, wil het totale woningbestand vervangen door nieuwbouw. De gemeente heeft evenwel als eis gesteld dat de stijl van bouwen en de structuur van de buurt moeten worden gehandhaafd. Omdat voor dit project 15 tot 20 jaar is uitgetrokken, zullen de bouwactiviteiten op kleine schaal plaatsvinden, wat alleen maar ten goede komt aan de rust en de leefbaarheid van de buurt.